17 overleden Bestuurslid Dr. H. D. Kruseman, die gedurende zijn leven steeds toonde groote belangstelling voor onze Vereeniging te koesteren, en die aan de Vereeniging een som vermaakte uit de rente waarvan gedeeltelijk in het onderhoud van ons gebouw kan worden voorzien. Hij heeft de beraadslagingen over den verbouw van dit gebouw medegemaakt en zoo gaarne hadden wij gezien, dat hij ook de voltooiing had mogen beleven. Zijn portret, ons ter gedachtenis door den Heer H. C. van der Vangst aangeboden hebben wij dankbaar aanvaard. Veroorloof mij U nog te wijzen op de noodzakelijkheid van de uitbreiding van ons ledental en de vermeerdering van de inkomsten der Vereeniging. De belangstelling voor onze Vereeniging kon veel grooter zijn. Wat zegt nu een getal van 356 leden, volgens het laatste jaarverslag op een getal inwoners van ruim 78000; bij die leden is er nog een groot aantal dat in de omliggende gemeenten woonachtig is. Wij moesten minstens duizend leden kunnen aan wijzen in ons jaarverslag, en dat zou zeer goed mogelijk zijn, wan neer wij gezamenlijk trachten om van de reclame die wij thans voor onze Vereeniging maken, ook te profiteeren door ons best te doen om nieuwe leden aan te winnen. Wij kunnen hier moeilijk een premie op stellen, want ik ben overtuigd, dat U allen in uwe omgeving wel daartoe zult willen medewerken. Het zal U toch duidelijk zijn, dat de ingebruikneming van dit gebouw ook grootere uitgaven ten gevolge moet hebben en voorkomen moet worden dat die van ons kapitaal worden afgenomen; en dat kan, wanneer het ledental aanzienlijk wordt vergroot. Mag ik dan ook uwe mede werking daartoe inroepen? In de verwachting van de goede resul taten in deze richting van uw pogen verklaar ik ons Vereenigings- gebouw voor geopend. U hoort: niet alleen een omstandig verhaal van de geschiedenis van het gebouw, maar ook van alles wat er toe geleid heeft zoo en niet anders te ver- deelen en in te richten. Ik zal mij wachten voor het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1921 | | pagina 23