i8 in herhalingen vervallen, maar wat er na het uit spreken geschiedde moet toch gememoreerd. Na allen, die op welke wijze en in welken vorm dan ook tot het tot stand komen van dit fraaie ge heel hebben medegewerkt, hartelijk te hebben dank gezegd, werd den Heeren L. C. Dumont en P. F. de Bordes een exemplaar van onze plaquette aange boden, evenals aan den Fleer A. A. Hillebrand, zon der wier voortreffelijke medewerking wij nimmer zoo schoone en praktische lokaliteiten zouden hebben ge kregen. Ons medelid, de Heer Joh. Jansen, die reeds meer toonde hoe wèl hij Haerlem gezind is, droeg daarop een vers voor dat betrekking had op het beleg, waarna hij een omlijstte teekening aanbood door den Heer G. Veldheer vervaardigd, welke eveneens het beleg en het uittrekken van kapitein Kenau voorstelt. Een foto werd toen nog van het bestuur met zijn Eerevoorzitter gemaakt. De beide dagen daarop, 16 en 17 januari werd de Hoofdwacht nog door zeer vele leden en belangstellenden bezocht en gelukkig- vonden enkelen aanleiding om als lid toe te treden. En zoo hebben wij dan nu onzen zetel, waar wij thans voor de eerste maal in algemeene vergadering bijeen zijn, en behoeven wij geen onderkomen meer bij „Brinkmann" te zoeken. Wat wij nu ter versiering van de Hoofdwacht of tot uitbreiding van den fotografischen legger ten ge schenke of in bruikleen ontvingen? Allereerst dan het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1921 | | pagina 24