sende geschenken worden begiftigd, opdat ook het inwendige van de Hoofdwacht eens een beziens waardigheid van onze Gemeente worde. Zoo zou ik nog wel kunnen voortgaan, maar toch vraag ik nu uwe aandacht voor onze bibliotheek, die wel is waar nog in embryonalen toestand verkeert, maar waarvoor wij toch ook reeds geschriften moch ten ontvangen. Het ligt allerminst in onze bedoeling om, hoe dan ook, aan stadsarchief of -bibliotheek concurrentie aan te doen; wel zou het ons verblijden wanneer wij boeken of schrifturen, welke op Haarlem, zijne geschiedenis of bewoners betrekking hebben, mochten tegemoet zien. Naast ons archief, nu nog bescheiden van omvang, zou die zuiver plaatselijke boekerij bijzonder bij ons op haar plaats zijn. Ons archief, dat verhuisde nu ook naar hier, evenals de nog voorhanden voorraad onzer uitgaven, aan welke hoe langer zoo meer platonische liefde ten deel valt. Het is wel opvallend hoe weinigen der nieuwe leden, onze boekjes die toch zulke aardige onderwerpen be handelen, aanschaffen. Worden zij niet gekocht, zoo zullen we er bezwaarlijk toe kunnen overgaan nieuwe plannen van uitgaaf tot uitvoering te brengen, want de gelden ontbreken ons niet alleen, maar boven dien is het ontmoedigend op denzelfden weg voort te gaan, wanneer de belangstelling onzer leden gaande weg verflauwt. Slechts twee boeken raakten uitver kocht, Ciaandijk, de Haarlemsche hofjes, en Huizinga, 20

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1921 | | pagina 26