o-anschen tocht vonden, en dat voor leden van een
oudheidkundige Vereeniging!
Tot slot het Rembrandthuis in de karakteristieke
Jodenbuurt. Ja'wat daar alles te zien is? Zijt ge er
nog nooit geweest, ga er dan spoedig eens heen.
Ik kom dan nog aan de kunstbeschouwingen uit
den Stedelijken Atlas. Er was ditmaal yeel liefheb
berij voor, wat U niet zal verwonderen. Immers voor
het eerst zouden zij in de Hoofdwacht worden ge
houden. Zoovelen hadden zich aangemeld, dat de on
vermoeide Heer Gonnet zelfs tot drie maal toe de
zelfde teekeningen, die gezichten binnen Haarlem
voorstelden, moest vèrtoonen. Ook bij avond bleek
de groote kamer met haar uitstekende verlichting in
alle opzichten te voldoen en de gezellige intieme
omgeving droeg veel bij tot de juiste stemming.
Nu staat het eind van dit relaas voor de deur. U
weet reeds hoe lastig dat is en dat het er mee gesteld
is als met den franschen brief die ons aan het slot
ook hoofdbreken kost om de goede wending te vinden.
Nu behoef ik U wel niet te groeten, maar ik mag
toch zeker wel een korten hartgrondigen wensch uit
spreken voor den bloei onzer Vereeniging, waartoe gij
de laatste maal mij beloofde adressen te verschaffen
van personen, die voor het lidmaatschap in aanmer
king komen. Ik moet ze evenwel nog steeds ont
vangen, maar heb nu alle hoop dat ge me niet op
nieuw zult teleurstellen en dat het dan daardoor
23