5
keerseischenalsof daar niet op afdoende wijze, met
behoud der huisjes aan zou zijn te voldoen. En of
de toestand, na amotie er mooier op zou worden?
Wij hebben er een hard hoofd in. Er zou hierover
nog heel wat te zeggen zijn, maar wij moeten ons
beperking opleggen. Slechts dit, dat het ons in hooge
mate verheugt, ook met hulp van Heemschut, van
de Regeering medewerking te hebben ontvangen,
zoodat onze pogingen voorloopig met succes zijn be
kroond. Laten wij hartelijk hopen, dat deze eigen
aardige afsluiting van de oude stad gespaard blijve.
Het wordt waarlijk tijd, dat onze Gemeente, even
als den Haag, een monumentenverordening krijgt.
En hoewel de provinciale Zuid-Hollandsche archaeo-
logische Commissie haar verzoek daaromtrent tot de
besturen van groote gemeenten in Zuid-Holland richt,
zoo heeft Uw bestuur toch gemeend, dat die stem ook
tot ons kan doorklinken. Wij zullen dan ook niet nalaten
te gelegener tijd bij het gemeentebestuur aan te dringen
op het vaststellen van zulk een verordening. De helaas
veel te weinigen die onze nog schoone stad werkelijk
liefhebben, zullen bij herhaling met leede oogen ge
tuigen zijn van den afbraak van den eenen na den
anderen ouden gevel, die dan maar al te dikwijls
door een leelijken niets zeggenden bouw wordt ver
vangen. Hoe dikwijls wordt het stadsbeeld daar
door voor goed bedorven? En onze Vereeniging die
daarvoor in de allereerste plaats heeft te waken,