JAARVERSLAG 1924/25.
VEREENIGING „HAERLEM".
Wanneer over „Haerlem" wordt gesproken, vraagt men veelal:
„Dat is immers die Vereeniging van de oude gevels?" Nu ja, het
behouden van oude gevels is zeker een van onze voornaamste
bemoeiingen, gelijk wij ook trachten verminking daarvan te
voorkomen.
Onze belangstelling gaat evenwel veel verder uit en zij moet
dat ook doen, zullen wij het ons voorgeschreven doel, de bevordering
der kennis van het heden en verleden van Haarlem en omstreken,
nader komen.
Onlangs zei een vreemdeling, die een bezoek aan ons land bracht,
dat Nederland zoo mooi was, niet alleen zoo rijk aan natuurschoon,
maar ook aan kunstschatten en dat alles in zulk een klein bestek.
Voor het genieten van beide moet men een bijzonder oog hebben,
want wil men door het Hollandsche landschap worden getroffen,
Zoo moet de geheel bijzondere atmosfeer, die over onze polders,
rivieren en stadsgrachten ligt, ons hebben gegrepen.
Ook onze bouw- en schilderkunst, om van Rembrandt, dien
universeele, niet te spreken, heeft haar eigen karakter, dat moet
worden gevoeld, en waarmede men vertrouwd moet geraken.
Dat eigene heeft vooral ook het oude stadsbeeld en velen is
het een genot, al slenterende door oude straten en stegen, zoo nu
en dan in die intimiteit te vertoeven. Met rechtmatigen trots
toont de stadgenoot den vreemde, wat er nog rest uit vroeger tijden.
Toen onlangs van heinde en ver de bloemenliefhebbers in