13
over de voorzitter U straks zal inlichten, wachten op uitvoering.
Al noem ik slechts ons gebouw, waarvan de bovenverdieping
al geruimen tijd op voltooiing wacht. Toch heb ik hoop, dat wij
binnen afzienbaren tijd, wel niet gereed zullen zijn, maar toch
Zeker dat voornemen ernstig onder oogen zullen kunnen zien.
Ook in onze ledenlijst kwam evenals in het bestuur gelukkig
ook een verandering en een groote, niet in haar qualiteit, maar
in haar quantiteit, want in plaats van 387, Augustus 1925, hebben
we thans 455 leden. Voorwaar een groote vooruitgang-, waarover
we ons zeer verheugen, en niet het minst de penningmeester,
die straks de gelden zal moeten voldoen, welke die verbouwing
vordert.
Van onze leden moeten we leven, hoe meer we er hebben, hoe
grooter ons wei-bevinden is, hoe gezonder we ons gevoelen. En
nu zou ik zoo gaarne eens niet eindigen met dat afgezaagde zinnetje
van leden werven; laat ik daarom volstaan met een opmerking,
die ge allen natuurlijk maakt, zoodra ge over Haerlem spreekt:
hoe velen en velen is het bestaan en het doel van onze Vereeniging
nog onbekend.
Toch mag het slot van dit verslag niet in mineur staan; dat
zou van groote ondankbaarheid getuigen; neen, wij verheugen
ons in den bloei van Haerlem en gaan met even groote opgewekt
heid en vertrouwen weder een nieuwe vijf en twintig jaren te
gemoet, als de oprichters in 1901 bezielden.