10 Het is altijd pijnlijk en ook allerminst belangrijk, over zich zelf te praten en daarom heb ik dat maar in het slot opgeborgen. Er is nu evenwel geen ontkomen aan, omdat een verslag toch een weerspiegeling, zij het een flauwe, moet zijn van al wat er in het afgeloopen jaar gebeurde. De schrijver van deze verslagen, ik mag U dit laatste nu wel verklappen, verrichtte in 1928 zijn bezigheden 25 jaar. Door de bemoeiingen van de leden en het bestuur is die omstandigheid op 26 Juni, zooals het heet, niet onopgemerkt voorbijgegaan. Voor het blijk van Uw goede gezindheid, dat mij in den vorm van een gouden afslag onzer gedenkpenning werd aangeboden, ben ik U even erkentelijk, als mijnen mede-bestuurs leden voor den gezelligen maaltijd, dien zij mij hebben aangeboden, in het gezellige vertrek van onze „Hoofdwacht". Wat ik hartelijk hoop, dat U moge blijken, hoezeer in den draai kolk der tegenwoordige samenleving onze Vereeniging steeds meer reden van bestaan krijgt en hoezeer het eveneens in alle opzichten de moeite waard is lid van Haerlem te zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1928 | | pagina 16