JAARVERSLAG 1930
Dit verslag moge weder een beeld van het wel en
wee van Haerlem in 1930 geven. Van het wel, maar
ook van het wee, want het laatste is ons niet bespaard
gebleven. Aan onze Vereeniging en de Gemeente
ontvielen drie bekende Haarlemsche figuren, van
welke twee een groot verlies voor ons beteekenen.
J. H. Kersten, Jan Veder en D. E. L. van den
Arend. Wel is waar overleed J. H. Kersten in
1931 en zal over hem wellicht later uitvoeriger
kunnen worden gesproken, maar nu is het oogenblik
met enkele woorden te gedenken, wat hij voor de
Vereeniging Haerlem heeft gedaan.
Niet zoo heel vele jaren was Kersten lid van
ons bestuur, doch in dien korten tijd heeft hij zich met
hart en ziel aan Haerlem gegeven. In onze gemeente
geboren gevoelde hij van jongs-af veel voor de stad
en haar rijke verleden.
Door zijn grootvader Ritsema kwam hij in
het bezit van vele teekeningen, prenten en een
aantal boeken en schrifturen, welke op Haarlem
betrekking hebben. Heel zijn leven heeft hij deze
verzameling met veel zorg en liefde uitgebreid en
gecompleteerd.
Toen Kersten dan ook in het bestuur kwam,
kon men van zijn groote belangstelling voor Haerlem
verzekerd zijn en bij menige gelegenheid getuigde hij
daar ook van.