voor zijn Haarlemmer Halletjes", die hij met Fidelio
teekende en waarin hij blijk gaf van dien vriendelijken,
gemoedelijken humor, welke zoo geheel bij zijn beminne
lijke persoonlijkheid behoorde. En hoeveel kolommen
copy van zijn hand, waaronder zijn initialen niet voor
kwamen, vonden bovendien nog dagelijks hun weg naar
de zetterij.
Voor dit alles, dat zoo veel geestes-concentratie
verlangde, wist hij den tijd te vinden, terwijl de
zakelijke leiding van zijn blad en zijn tallooze functies
in het openbare leven reeds zoo onnoemelijk veel van
hem vergden. Dikwijls heb ik mij afgevraagd, hoe
één man in staat was al dit werk te verzetten en ik
meen het antwoord hierin te moeten vinden: het was
alleen mogelijk, doordat deze rustelooze werker een
zoo evenwichtige, rustige persoonlijkheid was. Dat
was zijn groote kracht, waardoor hij zich ook zulk
een uitgebreiden kring van vrienden heeft weten te
verwerven. En hij heeft dien tot het laatst van zijn
leven behouden door zijn onaantastbare eerlijkheid en
betrouwbaarheid, deugden, vooral voor een journalist
van zoo zeldzaam hooge waarde.
De herinnering aan J. C. Peereboom zal blijven
voortleven in zijn krant, waarop hij ook voor de
toekomst zijn stempel heeft gedrukt.
J. B. SCHUIL.