Thans volgde nog een rustige levensavond, gewijd
aan studie en lectuur, ruwelijk onderbroken, helaas,
door het overlijden zijner trouwe levensgezellin, Me
vrouw W. H. Garrer-Hoevers, totdat meer en meer
het hart zijn diensten ging weigeren en, betrekkelijk
nog eerder dan men verwachtte, op 21 Augustus 1930
voor goed bleef stilstaan.
Ziehier een kort overzicht van den levensloop van
Rector Garrer, al dadelijk in zijn nuchtere opsomming
der data demonstreerende een trouw aan de eenmaal
gekozen plaats van inwoning, een verknochtheid aan den
eenmaal aanvaarden werkkring, zooals men wel zelden
zal aantreffen.
Voor alles is Haarlem dan ook dank verschuldigd
aan wijlen Dr. Garrer voor zijn werkzaamheid als
leeraar en rector. Wie geen vreemde is in de wereld
van het gymnasiale onderwijs weet, hoe tusschen de
jaren 1878 en 1918 een evolutie op het gebied van
leerstof en didactiek, inzake de verhouding tusschen
leeraar en leerling, in opvoedingswijze en jeugdont-
wikkeling ligt, die menig docent van de oude school
te machtig is geweest.
Dr. Garrer bleef rustig zijn eigen baan gaan,
wachtte zich er wel voor ook maar iets van het goede,
dat de oude tijd hem bijgebracht had, over boord te
werpen, maar had tevens een open oog voor het
nieuw gebodene en aanvaardde het met graagte.
Hoewel zelf opgekweekt in het dor-minutieus, gram
maticaal interpreteeren der teksten voelde hij toch
achter die grauwe deur der tekstcritische wijsheid het
leven kloppen in zijn Homerus, zijn Herodotus, zijn
Grieksche lyrici; een rake vertaling kon den leerling,
die ooren had om te hooren, soms treffend blijk
hiervan geven. Garrer was, al liet hij in zijn beschei-