vallen en een medemensch, zelfs welverdiend, te grieven. Hoezeer het hem evenwel schrijnde, hoe hij innerlijk bewogen werd, konden slechts zij bemerken, die hem door en door kenden. Verknochtheid aan het koningshuis, trouw aan het vaderland, eerbied voor autoriteiten waren levende begrippen voor hem en hoe zacht, maar beslist wist hij hen te berispen, die met deze voor hem zoo heilige zaken spotten en ervan te doordringen, dat ook ten deze eerbied voor de zienswijze van andersdenkenden op zijn plaats was. Zijn godsdienstig gevoel en geloof was diep en innig en ongetwijfeld richtsnoer bij al zijn handelingen; spreken hierover deed hij in zijn fijngevoeligheid uiterst zelden en dan nog alleen met hen, die hem zeer na stonden. Zoo was dan, bij deze samenstelling van karakter eigenschappen en geestesvorming, de zachtheid zijn machtigste wapen, lag zijn superioriteit in zijn vaste overtuiging, dat hij de betere en de meerdere van niemand was, oefende hij door zijn rustige harmonie, zijn medeleven met zijn naaste, zijn eerlijken eenvoud een zegen uit op ieder, die met hem in aanraking kwam. Zoo was het mogelijk, dat zij, die jonger in leeftijd, met hem als hun Rector samenwerkten, dat breede scharen van leerlingen, die tot het einde van zijn leven toe het onderwerp zijner gedachten en gesprekken vormden, waarvan ettelijken de briefwisseling met hem onderhielden, hem in zijn mildheid in zekeren zin als een vader beschouwden. Ook in het openbare leven van Haarlem heeft Dr. Garrer, zonder eerzucht, zonder drukte, die rol gespeeld, die hij meende, dat zijn plicht hem oplegde. Mede-oprichter en de eerste voorzitter was hij van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1930 | | pagina 58