AKENDAM EN PICTURA Een paar jaar geleden werd aan den Schoterweg te Haarlem, ,,ten behoeve van het verkeer" een klein huis afgebroken. Het laatst was het bewoond geweest door een beambte van de gemeentelijke begraafplaats; het stond op het terrein daarvan. Maar in het begin der negentiende eeuw had het deel uitgemaakt van het landgoed Akendam, eigendom van Arnoldus Martinus Penninck Hoofd, een zoon van goeden huize, verwant aan Haarlemsche familiën uit de deftige burgerij. In zijn jeugd had hij Latijn en Grieksch geleerd met het doel om in de rechten te studeeren, maar was in dat plan gestuit door familie-omstandigheden en de politieke gebeurtenissen. Verontwaardigd en afkeerig van 't publieke leven, had hij zich toen met zijn vaderlijk erfdeel ten slotte teruggetrokken naar dit landelijke verblijf, dat hij in 1805 had aangekocht (na eerst vijf jaar van voor bereidende studie op de hofstede Spaarenberg te Sant poort). Hij wijdde zich sindsdien aan ,,de beoefening en teffens de beschouwing van den landbouw". Mee gaande met den ontwakenden lust voor natuurstudie, liet hij zich, naast een ijverige, praktische opvatting van zijn werkkring, veel gelegen liggen aan de toenmalige wetenschappelijke zijde van zijn vak. Zoo legde hij zich toe op de van ,,Regeeringswege aanbevolen ver betering van 't schapenras", en behaalde bij de „Maat schappij tot Bevordering van den Landbouw" en de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1931 | | pagina 94