Na zijn bevordering tot arts werd Merens benoemd tot assistent in bet St. Elisabeth's Gasthuis bij wijlen de vermaarde Haarlemsche chirurg Westerman. In deze tijd begon hij met de bewerking van zijn proef schrift: „Het bedrijf der koepokinrichting", welk proef schrift getuigde van diepgaande studie en wetenschap- pelijk-kritische geest. Op dit Proefschrift met Stel lingen promoveerde hij op 14 Mei 1906, terwijl het onderwerp dat hij daarin behandelde tot zijn dood zijn volle belangstelling had. Sterk was hij getroffen toen de encephalitis post-vaccinalis de praktische toepassing der koepokinenting in gevaar bracht en in tal van gesprekken met zijn collega's heeft ook hij getracht de oorzaak van dit euvel op te sporen. Reeds voor zijn promotie had Merens zich te Haar lem als huisarts gevestigd en eerst toen kwamen zijn groote gaven van verstand, geest en hart tot uiting. Als ieder jong medicus leefde Merens die eerste praktijkjaren in de schaduw zijner oudere collega s, maar het kon niet anders of hij moest door zijn geheele persoonlijkheid spoedig naar voren komen. Het meest verdienstelijke werk uit deze eerste tijd was de reorganisatie van het Haarlemsche Ziekenfonds. Het feit dat de arbeidersbevolking in Haarlem een uit muntende verzorging heeft bij ziekte is mede een gevolg van zijn werk. Spoedig na zijn vestiging zien wij hem in een groote huisartsenpraktijk onder alle rangen en standen der Haarlemsche bevolking. Hij werd daar gewaardeerd om de uiterst nauwgezette wijze waarop hij de praktijk uitoefende, de hoffelijke wijze waarop hij met zijn patiënten omging, de gemoedelijkheid, die hem zoo eigen was. Maar vooral voelden zijn patiënten al heel spoedig, hoe daar voor hen stond de ideale combinatie van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1932 | | pagina 59