41 te worden, wat ze vóór de verleening van het stadsrecht was, zou de gemeente Haarlem echter ook nog Bloe- mendaal, Zandvoort, Heemstede, Bennebroek en het voormalige Haarlemmerliede moeten omvamen. Over de bestuursindeeling van Holland in het begin der dertiende eeuwT zijn de gegevens schraler dan schraal; en van de oudste politieke grenzen van een gebied als Haarlemmerambacht, dat zoo grondig is gewijzigd, zou bijna niets meer bekend zijn, als niet enkele uit haar aard conservatieve instellingen het beeld ervan tot in de zestiende eeuw hadden bewaard. In de eerste plaats de kerkelijke indeeling. De Haarlemsche St. Bavo-parochie bevatte tot aan de hervorming niet alleen de stad en de stadsvrijheid van Haarlem (met uitzondering der Begijnhof-parochie), maar tevens Heemstede, Bennebroek, Bloemendaal, Zandvoort, Schoten, Spaarndam en Haarlemmerliede. Men weet, welk een vastheid van traditie de kerkelijke indeeling, in oorsprong teruggaand op de vroeg-middel- eeuwsche wereldlijke indeeling, steeds heeft geken merkt. Een tweede gedaante, waarin de „parochie van Haarlem" tot de zestiende eeuw als éénheid voort leefde, was van wereldlijken aardals tijrugebied namelijk. Elk perceel binnen de parochie, voorzoover van dien last niet vrijgekocht, was jaarlijks den tijns van één duit schuldig, op 1 Januari in de St. Bavokerk te voldoen. Het uiterst lage bedrag van dezen tijns wijst op den hoogen ouderdom der verplichting, waar van de oorsprong dan ook slechts door vermoedens te benaderen is. In den tijd, waarvan we meer gegevens hebben, werd deze tijns ten behoeve der stad geïnd en in de thesauriersrekening verantwoord; het tijns-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1932 | | pagina 65