58
Den 18 October 1625 werd ingeschreven het testa
ment van Dr. Nanningh Florijsz. Cloeck, waarbij
hij de hofstede vermaakte aan zijne dochter Wijffgen,
getrouwd met Albrecht Stijpel, om tot het derde
gelid in zijn geslacht te blijven. Tien jaren daarna,
den 3 Augustus 1635, verkoopt Johan Wolphert van
Brederode, Heer tot Brederode, Vrijheer van Vianen,
Ameide, Erfburggraaf tot Utrecht, Heer tot Haaften,
Herwijnen, voor 1000.aan Dr. Allard en Nicolaes
Cloeck, en aan Maria Cloeck, een meertje, liggende
aan hunne hofstede in Aelbertsberg. Dus waren die
toen eigenaars van Cloeckendael.
Maar (op welke wijze blijkt niet) in 1655 was van
de hofstede eenig bezitter de kleinzoon van Dr. Nan
ningh Florijsz. Cloeck. Het goed was, volgens de
begeerte des testateurs, tot in het derde gelid in zijn
geslacht gebleven en de zoon van Wijffgen Nannjngh
Cloeck Stijpel, werd door de bepaling van het testa
ment zijns grootvaders niet tegengehouden CLoeckendael
te vervreemden.
Dit deed hij dan ook en verkocht krachtens willig
decreet van den Hove van Holland van 5 November
1655, aan Mr. Willem van Gennep, koopman te
Amsterdam, voor ƒ15.000.de hofstede met huizing,
bleekerij, landerijen, plantagie en verder getimmer,
samen ter grootte van 12 morgen 407 roeden, mitsgaders
een vischrijk meer of water, waarin niemand visschen
mag dan met believen van den kooper.
In den tijd van van Gennep werd de oude benaming
van de hofstede losgelaten en vervangen door den
naam Meer en Berg, waaronder, in weerwil van aan
merkelijke wijziging van bestemming, het goed nu nog
bekend is. De nieuwe eigenaar en de zijnen, vonden
er eene halve eeuw lang, verpoozing en vermaak,