59
maar in het begin der 18e eeuw was daar een einde
aan gekomen en den 18 Maart 1705 verkochten de
erfgenamen van wijlen Juffrouw Anthonette van Hens-
bergen Weduwe van Mr. Willem van Gennep, Meer
en Berg, (onder dezelfde omschrijving en terzelfder
grootte als in 1655) aan den heer Philips van der Goes,
Vice-Admiraal van Holland en West-Friesland, voor
ƒ6000.—.
Na vijf-en-twintig-jaren waren de Vice-Admiraal
en zijne vrouw overleden; voor hunne nalatenschap
kon geen rechtstreeksche afstammeling opkomen, en
wie er aanspraak op had, gevoelde zeker weinig neiging
de hofstede aan te houden. Zoo werd dan den 5
Maart 1726, Meer en Berg door Mr. Willem Bakker
Dirksz., Presideerend Schepen der Stad Amsterdam,
laatst Weduwnaar en erfgenaam van Machtelina
Henrietta van der Goes, die eene dochter en erf
gename was van Vrouwe Clara van Meeheren
Weduwe en boedelhoudster van den Heer Philips
van der Goes, meermalen gemeld, voor ƒ7500.ver
kocht aan Curateurs van den imbecilen Jacob Chris-
TOFFERS.
De erfgenamen van dezen, droegen den 31 Augustus
1746 voor ƒ6300.aan den Heer Hendrik Talbot
over, de hofstede Meer en Berg, met eene waterrijke
bleekerij, nu (1746) genaamd: „De Bleekerij van Meer
en Berg". De dagen van dat zuiverings-instituut waren
echter geteld, want de nieuwe eigenaar brak de ge
bouwen der bleekerij af, onttrok de velden en gronden
welke erbij behoord hadden, aan hunne vroegere
bestemming en vergrootte er de hofstede mede. Na
het overlijden van den Heer Talbot kwam dit alles
op den 14 Mei 1750 in bezit van Gerrit Vervooren,
tegen een koopprijs van ƒ4751.5.