Februari van dat jaar, werd door de voogden der
minderjarige kinderen van hem en zijne echtgenoote
Maria Hagebaert, Valckenburgh voor/5700.— ver
kocht aan den Heer Albertus Verhamme. Deze liet
Valckenburgh na aan zijn eenigen zoon Abraham
Verhamme, maar ook hij kan er niet lang eigenaar van
geweest zijn, want den 25 October 1737 werd de
lustplaats door hem overgedaan aan den Heer Es-
tienne M.ASSÉ, voor denzelfden prijs dien zijn vader
er voor betaald had, n.l. ƒ5700.
Massé veranderde den oorspronkelijken naam van
de hofstede. .Zij werd door hem gedoopt
Rudt van Onnut,
wat misschien zoowat eene zinspeling was op zijne
eigen levenservaringen, maar hij genoot er toch niet
lang rust, want reeds den 6 Augustus 1739 ging
zij voor ƒ4000.in eigendom over aan Hendrik
Baak. Al even snel maakte deze er zich van af en vond
den 4 M.ei 1741 tegen dezelfde som welke hij er
voor had betaald, koopers in Gerrit Buytendijk,
Andries Elout en Cornelis Vreeburgh. Laatstge
noemde liet zich reeds den 7 September 1741 voor
ƒ1300.afkoopen en deed toen over zijn derde in
Rust van Onrust, volgens omschrijving als vroeger,
maar waarbij nu nog gevoegd werd het tuingereedschap,
het beeld en zijn voetstal, het horloge en de klok,
benevens de schoorsteenstukken.
Toen werd spoedig de doodsklok over deze schoone
buitenplaats geluid, want den 15 Juli 1742 verzochten
Buytendijk en Elout aan het gerecht van Tetterode,
Aelbertsberg en de Vogelensang de heerenhuizing
van de hofstede Rust van Onrust te mogen sloopen,
omdat zij geen kooper voor het goed konden vinden.