in litteratuur en beeld". Voor deze bijeenkomst be
stond zeker niet geringere belangstelling. Het typische
stadsbeeld van Haarlem en de prachtige omgeving
hebben volgens spreker tallooze schrijvers en schilders
getroffen. Eenige gedeelten uit de Camera obscura
met een specifiek Haarlemsch karakter werden voor
gelezen, daarna noemde Dr. Spoelder Frederik van
Eden met zijn Kleine Johannes, De Bevrijders van
Professor van Moerkerken; de schets ,,Het troostend
verleden" van Maurits Esser, verder de niet-Haar-
lemsche schrijvers J. Dijk en Jacob van Lennep,
de jongensboeken van J. B. Schuil, Jan Feith en
Mulier om tenslotte te eindigen met Jacques van
Looy's trilogie ,,Jaapje, Jaap, Jacob". Met Jaapje
trokken we door Haarlem's straten over de hobbelige
keien en verwonderden ons zoodra wij zelf weer op
straat stonden en over het natte asphalt huiswaarts
gingen over de verandering welke het stadsbeeld in
de laatste halve eeuw heeft ondergaan. Een leerzame
avond door het gesproken woord en de vele fraaie
lichtbeelden, welke daarbij werden vertoond.
Op Maandag 26 Juni des avonds om 8 uur kwam
men in het Vereenigingsgebouw De Hoofdwacht
bijeen voor de Algemeene vergadering. De secretaris
en de penningmeester brachten verslag uit over het
afgeloopen jaar, welke verslagen in extenso in het
jaarboek 1932 werden afgedrukt. Tot leden van de
commissie voor het nazien van de boeken des penning
meesters werden benoemd de heeren J. J. Luyten en
W. F. H. Voet, tot plaatsvervangend lid de heer C. C.
van Beaumont. Daar geen der bestuursleden periodiek
aftraden, had een bestuursverkiezing niet plaats. De
voorzitter ontvouwde het programma voor de komende
maanden en verstrekte inlichtingen over de samen-