21
Ongetwijfeld was E. A. W. Pauw de meest
inconventioneele leeraar, die het Haarlemsche Middel
baar Onderwijs ooit bezeten heeft. En dat nog wel
in zoo'n conventioneelen tijd 1 Een tijd, waarin aan de
verhouding van leeraren en leerlingen heel wat haperde,
waarin de laatstgenoemden, als zij door aard en aanleg
niet precies in het M. O.-keurslijf pasten, een soort
strijd tegen de meeste leeraren plachten te voeren.
Een grimmige tijd, vol angsten voor proefwerk en
examens, vol voorspellingen in 't genre van ,,er zal
van jou niets terecht komen", vol strafwerk en beproe
vingen. In dien tijd, in die sfeer leefde en doceerde
Pauw als een soort vrijbuiter.
Wij hielden allen van hem. In de dorheid en saaiheid
van zoovele lesuren bracht hij de frissche, pétillante,
verkwikkende afwisseling. Hij was jongen met de
jongens. Hij teekende op het bord, ter illustratie van
zijn malle verhalen half in 't Fransch, half in
't Hollandsch. Hij zong en acteerde erbij. Wij her
inneren ons allemaal die verhalen nog. Ook de operette
„La Grande Duchesse de Gérolstein" die hij (met
koren compleet) voordroeg, en ,,1'Histoire du Général
Boum". In spanning volgden wij Pauw's avonturen
als hij met Toon Akersloot, of met Kees Persoon,
ging visschen in verboden water en door den veld
wachter werd nagezeten.
„Tout a coup mon ami Kees Persoon me dit:
Voilé un garde-champêtre. Et nous c0mmen9am.es a
ramer comme des fous
Wat hebben wij genoten! En Pauw genoot mee.
De orde in de klas, volgens gangbare orde-begrippen
althans, werd er wel vaak totaal mee verstoord, maar
wij wisten heel goed, dat dat net zoo ver ging, als
Pauw verkoos. Ging het hem te ver, dan greep hij