en Molijn, een wakker gast zijnde, trouwde met de weduwe. In dezen staat zijnde, breidde hij de koop manschap al verder en verder uit, zond schepen bij schepen over zee, dreef grooten handel in Spanje en alles ging voor den wind, waardoor hij in korte jaren, verscheiden tonnen gouds over won. Toen ging hij een aanzienlijk huis bouwen op de Kraaijenhorster- gracht, destijds genaamd ,,Het huys van Molijn", maar tegenwoordig (1703) en al voor eenige jaren, bekend onder den naam van ,,Het huys van Sypesteijn", omdat die Heer daar gewoond heeft. Dit voltrokken zijnde en alles nog meer voor den wind gaande, ondernam hij deze prachtige hofstede te stichten. Hier moest macht van volk te werk, om de duinen weg te graven, te planten, timmeren en bouwen.1) Ieder had daar den mond vol van, liep er dagelijks, zoo tot vermaak wandelende als uit nieuwsgierigheid heen, om Molijns hofstede te zien. Ieder sprak van Molijns hofstede. Maar eer zij geheel voltrokken was, keerde de fortuin hem den rug toe. Nu sneuvelden zijne schepen 2) of werden genomen 3). Factoors gaan met het geld en kooplieden met het goed door; kortom hij werd genoodzaakt zelf bankroet te maken en daar was geen kans om voor hem te behouden, als noodig was om zijne dagen in soberheid ten einde te brengen. Hij werd van armen-Dienaren, sommigen zeggen van Luthersche, anderen van de Gereformeerde gemeente onderhouden en moest daar benevens op Hij deed ook den waterweg graven, welke, op Elswout aanvangende, in de Houtvaart uitloopt en nu de Van Marselis-vaart genoemd wordt, maar op de kaart in „het Zegenpralent Kennemerlant" (vroegere jaren der 18e eeuw) en op de groote kaart van Rijnland 1746, heet zij nog „de Molijns Zandvaart". 2) Leden schipbreuk. 3) Door kapers genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1933 | | pagina 67