44
zijn ouden dag weder aan zijn eerste ambacht, het
twijnen. Ik heb van oude lieden gehoord, die hem
dagelijks, met zijn boom-mandje onder den arm, om
werk te halen en in te brengen, zagen gaan. Toen is,
door koop, deze half voltrokken hofstede aan den
Heer van Marselis gekomen, die haar deed volbouwen,
waarom zij bij jongelieden altijd naar zijnen naam
genoemd is. Deze heeft haar nagelaten aan zijn zoon,
en die nu (1703) dood zijnde, is zij thans verkocht als
boven gezegd is. (Tot zoover de kronijkschrijver).
Molijn was dus de fortuinlijke stichter, maar de
mislukte volbouwer. In 1654 had zijn rijk een einde,
maar reeds twintig jaren te voren was hij bezig
terreinen van onderscheiden aard te koopen, om zijne
plannen op groote schaal uit te voeren.
Zoo kocht hij
Den 9 Januari 1634 van Margreta Verwer Weduwe
van Dr. Dirck Bugge, hare hofstede „Stuijve-
sant" bij „Rockaers", nu „Kraantjelek", groot
ruim 7 morgen.
Op denzelfden dag van de Jonkheeren Van Mathenes
en Valckenier 1768 roeden land, grenzende aan
zijne eigendommen.
Den 22 Februari 1634 van Arent Nicolaess. Suycker,
de hofstede „Marsenbergh", ook gelegen omtrent
Rockaers.
Den 3 Augustus 1635 van Johan Wolfert Heer tot
Brederode, Vrijheer van Vianen, Ameide, Erf-
burggraaf tot Utrecht, Heer tot Haaften, Her
wijnen ,,het Hemelsduintje".
Den 14 April 1638 van Hans van Sompel een stuk
land genaamd „De Crocht", deel uitmakende
van de Volmeer.
Den 25 April 1642 van Regenten van het St. Elisa-