beth's Gasthuis een akker land, grenzende aan zijne eigendommen. Den 20 November 1642 van den Edelen Heer Ysbrant Dobbius, te Amsterdam, eene hofstede, groot ruim 17 morgen, grenzende ten oosten aan de Houtvaart. (Hij bleef er voor schuldig 18000.— die in drie termijnen van6000.zouden betaald worden. Twee ervan voldeed hij, de derde werd afgelost in 1654 door den Heer Gabriël van Marselis). En wie weet wat nog meer. Voor den aanleg was er dus grond genoeg, maar men heeft vernomen, hoe de penningen te kort schoten om de droomerijen van den bouwheer te verwezenlijken en zijne lustplaats te voltooien. Dat zou geschieden door een machtiger en meer beraden financier, dan Molijn was geweest. In 1654 werd bij decreet verkocht de in wording zijnde hofstede (Elswout) met daarvoor bestemde gronden, ook de Vollemeer's-krocht, welke met name genoemd werd. EUwout volbouwd Kooper was de Heer Gabriël van Marselis (1609- 1673), Commissaris en Resident van den Koning van Denemarken, te Amsterdam. Hij dreef een aanzien lijken handel in ijzer en geschut, was in 1638 de voor naamste leverancier te Amsterdam, van buskruit aan den vijand in Zuid-Nederland en verschafte, in den oorlog tusschen Zweden en Denemarken, in 1644, aan het laatstgenoemde rijk de benoodigde schepen, manschappen en krijgsbehoeften. In hetzelfde jaar, dat hij eigenaar van het toekomstig Elswout was geworden (1654) kocht de Heer van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1933 | | pagina 69