46
Marselis bovendien tot uitbreiding van zijne nieuwe
bezitting, van den Heer Matthias Deugen, Raad en
Agent te Amsterdam van den Keurvorst van Branden
burg, vele landerijen, warmoestuinen en woningen,
strekkende voor het meerendeel van de Houtvaart
tot den Buurweg (nu de Elswoutslaan), ten deele
belend aan terreinen van het Gasthuis en van het
Weeshuis, welke, met nog vele kleinere stukken, in
1655 ook zijn eigendom werden. Bovendien kocht hij
nog den 24 Maart 1660 van Jan van Hecken, tuinier,
Schepen van Tetterode c. a. het land met de woning
daarop staande, genaamd „Oost-Dal En Berg" of
„de Amsterdammer Creeft" groot omtrent 1400 roeden,
belend ten noorden den Zantvoorderweg ten westen
de woning van „Dal en Berg", ten oosten en zuiden
de Wildernis van Brederode voor ƒ200.
De Heer Van Marselis zette met kracht de vol
tooiing voort van huis en hof, dat waarschijnlijk van
hem den naam „Elswout" ontving en niet mag ver
zuimd worden iets te zeggen over den schoonen winter
tuin of oranjerie, welke zich in den lusthof bevond.
Hans van Sompel, burger of poorter tot Haarlem,
kocht in 1610 de Volmeer en de Grochte, gelegen
onder Tetrode-Overveen. Op de Volmeer bouwde hij
eene woning, en het land genaamd de Crochte verkocht
hij in 1638 aan Carel Molijn. Ampzing spreekt van
hem in 1628 en bijna 50 jaren later wordt wederom
de naam van Sompel vermeld, in dadelijk verband met
eene kweekerij te Overveen, waarvan hij zijn bedrijf
maakte. Men weet dit uit een nu zeldzaam boek van
J. Commelijn, getiteld: „Nederlantze Hesperidis, dat
1) Deze kocht 19 Februari 1682 met Johs. Schuerman „de Volmeer" en
27 November 1685 de andere helft, zoodat hij toen eenig eigenaar werd, maar
in 1687 was hij reeds dood.