ruimten, waarbij bleek wat een restauratie vermag
en boe dringend deze noodig was. Daarna vertelde
Mevrouw J. M. Sterck-Proot het een en ander over
het Begijnhof en zijn geschiedenis, waarna door een
korten rondgang het gesprokene werd verduidelijkt.
Verrijkt aan kennis ging men voldaan naar huis.
Zeer kort na de officieele opening stelde Mevrouw
van Looy-van Gelder de leden van Haerlem in de
gelegenheid het „Huis van Looy" met de nieuwe
tentoonstellingzalen te bezichtigen. Tusschen 8 en
15 Augustus maakten daarvan ruim 150 personen
gebruik. Deze groote belangstelling moge Mevrouw
van Looy een voldoening zijn, zooals het den bezoekers
ongetwijfeld een voorrecht was met deze voor de
stad Haarlem zoo belangrijke aanwinst, welke met
zooveel zorg is bijeengebracht en met evenveel piëteit
werd ingericht, kennis te maken.
Na de zomervacantie, op 13 October, reisde een
klein gezelschap onder begunstiging van prachtig herfst
weer naar Hoorn, het aantrekkelijke oude stadje aan
het IJsselmeer. De heer J. Butter, secretaris der
V. V. V. Hoorn was ter begroeting bij het station
aanwezig. Reeds terstond nam de wandeling een
aanvang, langs de Veemarkt, het Kleine Noord, Breed
en Ramen bereikte men het Raadhuis, waar het
gezelschap door den Burgemeester in de Raadzaal
werd verwelkomd. Onder diens leiding werd het
gemeentehuis bezichtigd, waarna de Voorzitter uit
aller naam voor de vriendelijke ontvangst bedankte.
Men trok verder en eindigde voorloopig in Hotel
De Doelen, waar een oud-hollandsch koffiemaal,
eenvoudig doch overvloedig, tot toetasten noodde. Na
den maaltijd strekten wij de moede voeten en luisterden
naar de voordracht van den heer J. C. Kerkmeyer,