en U hier rondleiden". (Oct. '69. H.S.). Nu de zaken
zoo goed staan en Anna tot herstel van hare gezondheid
eenige weken noodig heeft, en „in het voorjaar Batavia
wat benaauwend wordt, halen wij ons hart op aan het
buitenleven in Buitenzorg. Het was, of ik thuis was op
Bloemendaal: wij hadden rijtuig en 4 paarden bij ons met
3 bedienden. Ge ziet, het gaat hier alles grand genre" (23
April '70. H.S.). Om van het rusteloos leven geheel op adem
te komen, verhuist Anna in 't voorjaar van '71 gaarne
naar Buitenzorg in een allerliefst huis, dat voor een jaar
in ruil te krijgen was. „Bitter jammer, beste Sophie, dat
ge niet eens bij ons kunt komen kijken: allen morgen om
6 uur een groote rijtoer; Huet ment; hij is een uitstekend
koetsier geworden op de moeilijke wegen. Wij tweeën
naast elkaar en Gideon te paard aan onze zijde". (20 Mei
'71. H.S.) Ze hebben succès met een tooneelstukje,
door Huet gemaakt, en waarin Anna en hij meespelen; zoo
veel succes, dat ze voornemens zijn le Médecin malgré lui,
door Huet vertaald, op te voeren. Wegens ziekte van
moeder en zoon kon de voorstelling, waarvan Sophie een
programma was beloofd, niet doorgaan. Bij velerlei ont
spanning wordt er herhaaldelijk gesproken over plannen, om
Gideon, den voorlijken, leergierigen jongen, die in den
Bijbel, in Van Lennep, in Vondel en in de Liedekens
van Bontekoe graag bladert, voor zijne opleiding naar
Europa te sturen. Tegen zijn 12e jaar zou Moeder liefst
met Gi Indië uit willen. Doch de groote schaduwzijde
voor haar is het achterblijven van Huet. Een tweeden
langen brief ook van 8 bladzijden, als die van Mei, schrijft
Anna 4 Dec. '71 (H.S.) aan Sophie, om te vertellen, dat
ze begin '72 in Buitenzorg moeten opbreken, noodig,
omdat er verandering van uitgever is; verder, dat ze
Mevrouw Tréville als weduwe, moederziel alleen en niet
rijk, naar den Haag met leedwezen ziet vertrekken;
voorts, dat ze langen tijd niets gehoord hebben van de
Bosbooms, en dat er weinig kans is, om binnen 3 jaar
terug te keeren. Den 18en April '72 volgt een uitvoerig
relaas uit Batavia van de soesah, welke ze met de ver
huizing heeft gehad. De zevende in 12 jaarl „Verhuizen
met 14 bedienden, die allen hunne vrouwen en kinderen
meesjouwen, 6 paarden, 1 koe, 1 kalf, eenige schapen,