93 wien Huet in zijne zaken veel verpligting heeft", die op aanraden zijner familie voor een paar jaar een Javaansche vrouw, bij wie hij acht kinderen heeft, huwde ,,en den zijnen ons als reisgezelschap had beloofd op de terugreis naar Holland tot en in Italië gedurende de wintermaanden. Kunt gij niet bij ons in Italië komen? Voor Uw gezondheid was dat zeker goed. Tegen het eind van October komen wij te Napels aan. Ontzaggelijk groot genoegen zou het mij doen. De vrouw, die niet anders dan Maleisch spreekt, zal ons niet hinderen't is net een groot kind. Ik heb beloofd, haar te protégeeren. Ge moet dit stipt voor U houden". (H.S.) Den löen April juicht Anna: „Eindelijk weer eens een tijding van U. Gij weet niet, hoe zenuwachtig Uw lang stilzwijgen mij maakte. Toch kan ik mij begrijpen, dat ge den moed niet hebt, de pen op te nemen. Menschen zooals Uw broeder oefenen een zoo onweer staan baren invloed uit, dat men zichzelf verliest, wanneer men hen missen moet Wat Zimmerman over hem schreef (in de Gids) is zeer goed; alleen is het voor ons vreemd, dat Huets naam daarbij in het geheel niet wordt genoemd. En toch is Mijnheer Potgieter in de laatste 15 jaren zijns levens met niemand zóó intiem geweest als met hem. Dat kunnen de stapels lange brieven getuigen, die hij van hem heeft En gij zult dus het lieve, klassieke huis verlaten 1 arme, lieve Sophie. Ik had het ook nog zoo gaarne weer gezien. Mijne beste herinneringen zijn er aan verbonden. Ik groet het uit de verte. Ik kan nu niet anders dan met weemoed aan Holland denken. Hij alleen maakte het ons lief. En wat gaat gij doen? Bij ons wonen?" (H.S.) Charlotte, hiervan hoorende, verbaast zich opnieuwAan Sophie schrijft ze (3 December '75 H.S.2): „ik heb een beetje gelachen om de welgemeende, maar zonderlinge propositie, die zij U gedaan hebben van bij hen te komen en daar het huishouden waar te nemen, en kan me best begrijpen, dat ge geen opgewektheid gevoeldet, aan dit voorstel gevolg te geven. Conrad is de makkelijkste, liefste man in. huis, dien men zou kunnen wenschen, maar Anna is niet altijd gemakkelijk in den omgang; ik heb daar wel eens de ondervinding van opgedaan als ik er logeerde 1 Juni '75 (H.S.), dringt Anna nogmaals bij Sophie er op aan, „voor Uw volgend leven Uw tehuis bij ond te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 121