„kluisje op de Leidsche gracht was verhuisd, niet durft inviteeren, bezig met wat er in Holland uitkomt; spreekt over Mina Kruseman's 3 deelen, waarin wel veel „lang nat" zal zijn; verklapt haar vriendin, dat de brieven van „Fantasio in het Indisch Dagblad Huets werk is, en beveelt haar vriendin de lectuur van Wallis' „In Dagen van Strijd" aan; „gij zult versteld staan van zoo knap meisje van nog geen 20 jaar. Maar welk een sombere levensbeschouwing! Zij knaauwt aan het leven al het lieve af en werpt U de knoken voor. Maar merkwaardig blijft het toch. Alleen zou ik bang zijn, dat de schrijfster aanleg had tot krank zinnigheid. Ce n'est pas naturel". Deze brief (28 Dec. H.S.) is de laatste van het achttal in '77. In '78 volgen er slechts drie, waarin Anna de 60-jarige tot twee keer verzoekt, hare adressen vollediger en duidelijker te schrijven. In dien van 28^ Juni '78 (H.S.) klaagt Anna over de Hollandsche expositie van schilderijen in Parijs; „ze is ellendig, Arm HollandI wat is er weinig meer aan. Wat zou Mijnheer Potgieter er weer een verdriet van gehad hebben!" Anna is hier even pessimistisch als haar man na zijn eerst bezoek aan Holland, om in „Oefening kweekt kennis" en ook in Haarlem en Dordrecht lezingen te houden in Nov. '78. Hij schrijft: „de dood is in den pot" (Parijs 24 Dec. '78. A. II, 106). Ter ontspanning trekken man en vrouw in Sept. 78 met een retourbiljet van een maand door België; genieten er van natuur en kunst en hebben interessante ontmoetingen, o. a. met Emmanuel Hiel en Max Rooses. Van dit uitstapje gaf haar man hunne reisherinneringen in „Het land van Rubens" waarvan Anna Sophie een exem plaar beloofde. „Van opgeven", voegt ze erbij, is, zooals gij meent, geen sprake. Behalve dit schrijft Huet bijna maandelijks stukken in „Nederland". (H.S.). In Gideons lange zomervacantie (Juni—October) van '79 wordt er niet aan reizen gedaan, maar gaat het drietal tochtjes doen in de omstreken van Parijs: naar het bosch van Fontaine- bleau en dat van Vincennes. „O, Sophie" zoo jubelt Anna op den laatsten vacantiedag, 6 Oct. (H.S.) „het was er goddelijk! De meidoorn en de kastanjes in vollen bloei, en een concert van nachtegalen! Sints ik, nu 11 jaren geleden, mijn lief Bloemendaal en Sorghvliet verliet, heb ik ze zoo niet gehoord!" Teekenend voor Anna: Telkens,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 126