112 ze uit het Handelsblad van 7 Mei '86 had vernomen, dat de redacteur 1 Ange Huet vervolgd en 3 maanden gevangen gezet was wegens het plaatsen van Huets berucht stuk over de tweede gemalin van Willem III. (De „Europeesche Brieven van Fantasio mochten niet worden afgewezen. ,,Dat was vroeger nooit zoo voor persdilicten. Dat is die liberale van Rees! Het schreit ten hemel! Het doet me zoo goed, dat hij zoo zalig slaapt". (30 Sept. '86. H.S.). De verhuizing had Anna „zedelijk en ligchamelijk zeer aangegrepen; ik was als een ontwortelde plant". (15 Mei 88. H.S.). In October van dit jaar kreeg Anna bezoek van neef Coen, met wien ze altijd veel op had en dien haar man gaarne in '79 tot redacteur van zijn Dagblad had willen hebben. Mr. C. Th. van Deventer kwam met verlof uit Indië. ,,Op mijne moeder", schrijft Gideon (I. I, 155), „maakte hij een diepen, onuitwischbaren indruk. Zij zeide „het is alsof ik je vader terug zie, zooals hij was, toen ik hem in Haarlem als jong predikant leerde kennen". In den mond mijner moeder was geen grooter lofspraak denkbaar Ook was het tentoonstellingsjaar in '89 voor Anna eene welkomme afleiding. Ze was bij zwakke gezondheid zeer bezet met het corrigeeren der drukproeven van het le deel der Brieven en vond ontmoetingen met bekende Hollanders, zooals Pierson met vrouw en dochter, Jan Veth, Krelage, Israels met vrouw en zoon zeer aangenaam. Blij is ze, als begin '90 het le deel der Brieven (A.) bijna gereed is. „Tjeenk Willink geeft zich veel moeite voor het Boek. Het ziet er zeer goed uit en ook het portret, dat voor het eerste deel zal komen, een gravure naar het portretje, dat 20 jaar in het bezit van Mevrouw Bosboom was, is uitstekend geslaagd." Zoo meldt Anna 20 Maart '90 (H.S.) aan Sophie, die een present-exemplaar krijgt. De 72-jarige vriendin laat in lang niet meer van zich hooren. „Lieve Sophie", zoo begint de brief van 2 Juli 1890, „zijt gij ongesteld? Ik maak mij ongerust. In Maart schreef ik Uin April zonden wij U Huets Brieven en noch op het een noch op het ander ontvingen we taal of teeken. Wat hapert er aan? waarom laat gij mij zoo lang wachten? Ik antwoord U altijd terstond." (H.S.). Dan spreekt ze hare blijdschap uit over de hartelijke pers en meest enthousiastische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 140