114
reeds vijftien jaar lang. Wat was het ook hard voor ons,
dat Hij moest weggenomen worden, juist toen wij zouden
terugkeerenHij alleen trok Huet in Holland aan
dag lieve, houd u goed; denk soms aan ons en geloof mij van
harte uwe Anna. (H.S). Dit zijn, voor zoover naspeurbaar,
de laatste regels van Anna's correspondentie met Sophie
Potgieter. Van hare briefwisseling met de 15 jaar oudere
Mevrouw Bosboom-Toussaint, die, kort vóór Huet over
leden, steeds veel lust had behouden, om romans te schrijven,
maar weinig voor bezoeken en brieven, is voor zoover
bekend - niets gepubliceerd. Daar verdere brieven ont
breken, valt niet te constateeren wat echter wel aan
nemelijk is 1 dat Anna na 1891 zich, zoo gezondheid en
tijd dit toelieten, steeds bezighield met boek en pen evenals
vóórdien. Boven bleef onvermeld, hoe Anna na Huets
dood in hare brieven aan Sophie behalve van hare bedrijvig
heid voor de pers ook van hare voortdurende belangstelling
in de Vaderlandsche letteren spreekt. „Van Hollandsche
litteratuur hoor ik in zoover, dat men de beleefdheid heeft,
mij de Gids, de Nieuwe Gids en Nederland ten geschenke
te zenden (11 Juli 87. H.S.). De lectuur van de Nieuwe
Gids voldeed Anna even weinig als haar man en Gideon;
allerminst vielen de Sonnetten in haar smaak. Dit merkte
Frederik van Eeden terdege, toen hij bij zijn bezoek aan
Parijs in November 85 door Anna te dejeuneeren was
genoodigd. Hare meening herhaalde Anna in den brief,
dien ze aan van Eeden als antwoord op den zijnen (bij
zijne terugkomst in Holland): „ik moet U helaasl voor
bereiden op een kompleten Sonnetten-tafeldans in de
volgende aflevering van de Nieuwe Gids" den 10 Dec. '85
schreef: „Wat de Sonnetten Uwer vrienden betreft, tot
de appreciatie daarvan is onze geest nog niet „Verweyd
Zij is en zal in dat opzigt wel steeds be-Perkt blijven. Die
jongelui kermen en lamenteeren steedser is niets anders
dan mist en weedom en misère in het leven. En dat zijn
jonge mannen van 20 jaar! WFzenlijk ik geloof, dat zij op
de hoogere burgerscholen te hard hebben moeten werken
en dat zij voor hun tijd oude mannetjes geworden zijn
Ik geef U toe, dat de vorm verdienstelijk ismaar zonder
werkelijk poëtischen inhoud wordt het eigenlijk art industriël
en met eenige moeite kan iedereen ze namaken. Ik wenschte,