dat er een Piet Paaltjes opstond, om ze dood te lagchen: misschien schuilt er onder al die jammerden wel een gannef, die de anderen voor de lap houdt. Enfin, ik voorspel, zijt ge goed en wel getrouwd en hebt aardig klein grut om U henen, dat gij dan wel genezen zult en lagchen om uw zwarten tijd evenals later Kneppelhout om zijne Byronniaan- sche versjes. En Uw lief, schrander meisje niet minder Ontvangt met mej. Van Vloten onze beleefde en hartelijke groeten en geloof mij Uwe U toegenegen Anna B. Huet. Si le coeur vous en dit, schrijf nog eens". (M.). Gaarne geeft Anna Sophie haren indruk van het gelezene weer. Zoo in den aangehaalden brief van 11 Juli '87,,het 50 jarig No. van de Gids hebben wij miserabel gevonden, met uitzondering van het stuk van Quack en de herinneringen van Mevr. Bosboom-Toussaint. De beide naast elkaar geplakte artikeltjes over Uw broeder achten wij beneden alle kritiek; het stuk van Fruin over Bakhuizen schandelijk en een groote smart voor den zoon in Indië, die zoo met zijn vader dweepte. Het is, alsof Fruin kindsch wordt. En Huet, die in een noot werd herdacht En nog moet men zich verheugen, dat geen der anderen de handen aan hem sloeg. Hij, die zulk een fraai stuk over het feest van Fruin schreef! Wat zouden onze beide groote geesten van zulk een nummer hebben gezegd? En zeiven vinden zij het mooi!" (H.S.) - Zoo goed als tijdschriften kreeg Anna ook pas uitgekomen boeken cadeau; 1 o. a. Eline Vere van Cou perus Een dichtalbum van vóór 100 jaar door Hasebroek en (voor Gideon „van den Schrijver") E. J. Potgieter door J. H. Groenewegen. Van het eerste geniet Anna: (7 Januari '91. H.S.) „Sints Sara Burgerhart en Willem Leevend werd er, geloof ik, nog niet een zóó levendig, boeijend roman geschreven". Francisca Gallé, eene kennis uit Huets jeugd, bekend door hare feuilletons in de Indische Courant en nog steeds romans schrijvende, noemt ze „een overdreven en zenuwachtig schepsel". (22 Sept. '90. H.S.). Tusschen velerlei lectuur houdt Anna zich het liefst bezig met het copiëeren van Potgieters brieven aan Huet. ,,Doch ik kan ze niet gemakkelijk lezen; het kost mij veel inspanning, èn voor de oogen, èn voor den geest. En Mijnheer Potgieter citeert zooveel vreemde talen, dat maakt het nog moeilijker. Het is jammer, want ze zijn charmant en interes-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 143