gewoond heeft volgens een resolutie van Burgemeesteren van 5 Februari 1749, waarbij hem vrij wonen en kost werd toegezegd onder toekenning van den titel van stadshistorieschrijver. Zooals U bekend zal zijn kwam het niet tot een uitgave van zijn werk. De geschiedenis van den steen laat zich als volgt in het kort vermelden: Vele geschenken kwamen in ons bezit. Onze Voor zitter schonk ons de lantaarnplaatjes, welke voor de lezing „Jeugdherinneringen" gehouden op 30 November 1934 vervaardigd waren. Een welkome aanwinst voor onze verzameling! Verder een foto met de Babbelkoets of Pleizier in zee te Zandvoort omstreeks 1908 en een afbeelding van een tent op de Haarlemsche kermis. Van den heer Ant. Meyer ontvingen wij een foto van Burgemeester en Wethouders van Haarlem deelden in 1934 aan het Bestuur van de Vereeniging Haerlem mede, dat de Heer M. A. A. van de Poel, oud- leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde aan de Rijks H.B.S. en het Gymnasium te Gorinchem zich er over had beklaagd, dat het hem bij een bezoek aan Haarlem niet had mogen gelukken het woon- en sterfhuis van Pieter Langendijk te vinden, terwijl geen der bewoners van het Proveniershuis hem inlichtingen daaromtrent kon verschaffen. De Vereeniging Haerlem verklaarde zich bereid in het bewuste huisje een gedenksteen aan te brengen, teneinde zoodoende de nagedachtenis aan den grooten blijspeldichter in zijn geboortestad te doen voortleven. De grootste moeilijkheid verschafte ons het vinden van het huisje „Proveniershuis, zuidzijde, letter B", daar de nummering van thans deze indeeling heeft vervangen. Meenden wij eerst, dat het in den hof van het Proveniershuis kon worden gevonden, aan de hand van oude kaarten berustend in het Gemeentearchief, kwam de Heer Knappert tot de conclusie, dat het huisje in de Kerkstraat moest worden gezocht, hetgeen juist bleek te zijn. Het huisje heeft zijn ingang door nummer 9. Thans konden de werkzaamheden voortgang vinden. De uitvoering naar het ontwerp van ons lid, Ir. H. T. Zwiers, architect te Haarlem en voorzitter van de plaatselijke schoonheidscommissie, werd opgedragen aan de steen houwerij Heyblok de Korte. De kosten werden gedragen door den Heer van de Poel, de Vereeniging Haerlem en eenige anderen. De betrokken gemeentelijke instanties bouw- en woningtoezicht, gevel commissie en schoonheidscommissie verleenden de grootst mogelijke mede werking, zoodat op 9 October 1935 de steen ter plaatse kon worden ingemet seld. Tenslotte verklaarden Burgemeester en Wethouders zich bereid de gedenkplaat voor de Gemeente in eigendom te aanvaarden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 16