gehoor aan het verzoek van het Bestuur van de
Vereeniging voor de verpleging van lijders aan vallende
ziekte om nogmaals zijn kennen en kunnen in praktijk
te brengen en was hij eenige jaren de psychiater-
neuroloog van deze Inrichting. Ook hier bracht hij
veel goeds tot stand. Door allerlei therapeutische
maatregelen slaagde hij erin het aantal toevallen der
patiënten sterk te doen verminderen, terwijl hij met
de toepassing van het nieuwe middel Somnifeen een
zeer groot succes had bij de bestrijding van den z.g.
status epilepticus. Ook in dit milieu leefde hij met
allen en met alle belangrijke gebeurtenissen mee en
werd in korten tijd de vriend des huizes, wat hij ook
na zijn officieel ontslag, na de komst van Dr. v. D. Spek
aldaar, steeds gebleven is. Het was in dit milieu, dat
ik hem leerde kennen en zijn persoon en werk leerde
waardeeren. Toen hij mij dan ook voorstelde na
den bouw van de Koningin Emma Kliniek op Meer
en Bosch werkzaam te zijn in het laboratorium van
de kliniek, aanvaardde ik dit voorstel gaarne. Hoe
consciëntieus hij was, moge o. a. blijken uit het feit
dat hij er dagelijks kwam en steeds meedeelde, wanneer
hij wat bijna niet voorkwam een dag niet kon
komen. Ook onder dezen arbeid schreef hij nog een
reeks artikelen getuigende van de onderzoekingen
aldaar verricht en tot op den laatsten dag van zijn
leven den dag voorafgaande aan den nacht waarin
dit werkzaam leven tengevolge van een apoplexie een
einde zou nemen was hij er volijverig werkzaam.
Dat hem ook de stad Haarlem en haar weder
waardigheden ter harte gingen, blijkt o. a. uit het
in 1930 verschenen boek: „Harlemias" het beleg
der stad Haarlem in een Grieksch gedicht, verhaald
door Med. Dr. Nicolaas van Wassenaer Jzn.