18 de betrekking van Directeur van Gemeentewerken te Deventer. Hier bouwde hij een ambachtsschool. Vóór deze voltooid was, benoemde Haarlem hem tot Dir. van Openbare Werken. Den 2den November 1902 trad hij als zoodanig op. Terwijl hij nog te D. in functie was, werden hem uit Haarlem ter beoordeeling toegezonden de door zijn voorganger ontworpen plannen voor een Openbaar Slachthuis. Zijn advies op dit „Om Bericht en Raad" luidde: „dat hij deze plannen bij zijn indiensttreding het eerst zou ter hand nemen." Hij deed, als altijd zijn woord gestand, en diende binnen het jaar, tot veler verbazing, en anderer ergernis, een totaal ander plan in. Toen men van den schrik bekomen was, ging zijn plan er met vlag en wimpel door, en diende 't herhaaldelijk als leidraad voor slachthuizen elders. Met volle energie begon hij consciëntieus den werk kring, waarin hij voor Haarlem zooveel heeft tot stand gebracht. „Alleen het eerste halfjaar kon hij met zekere voldoening wel eens zeggen deed ik niets dan rondkijken. Ik hield alles, zooals het was, praatte met m'n personeel en liet mij alles uitleggen. Na een groot half jaar kón ik de teugels overnemen, was ik inge werkt, en de boel liep, zooals ik het graag had. Onder wijl kon ik schetsjes maken voor het Slachthuis." Al heel spoedig had Dumont tegenstand te over winnen van hen, die een afwijkende opvatting hadden van de positie van Directeur van Openbare Werken, welke positie hem zelf zoo duidelijk voor oogen stond en die hij moest innemen om zijn werk behoorlijk te kunnen verrichten. lederen aanval daarop meende hij te moeten afweren, wanneer hij daartoe als ambtenaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 34