woordelijkheid dragen. Hoe 't nu is zou ik niet kunnen zeggen, maar in de eerste jaren van zijn Directeur schap heeft Dumont veel onverdiende tegenwerking ondervonden." Als voorbeeld van ,,de kleinigheden, die soms in plagerijen ontaardden", zegt hij- ,,dat hij zich her innert, hoe een lid der bizondere commissie eens de opmerking maakte, dat een uitgetrokken post voor draadnagels naar zijn ondervinding 5 cents per kilo goedkooper kon geleverd worden." Men kan zich de gevoelens van een Dumont inden ken, het vooruitzicht te hebben, zijn energie voor een deel te moeten verbruiken om te strijden tegen derge lijke futiliteiten. Bleef het bij futiliteiten Reeds in 1905 diende hij een uitbreidingsplan in, waarbij hij alle omliggende gemeenten betrok. Zijn vooruitziende blik deed hem de behoefte aan een soort streekuitbreidingsplan thans allerwege gepropa geerd gevoelen. Commissieleden vroegen of Dumont niets beters te doen hadmen noemde het tijdverknoeien. Dumont was een warmvoelend mensch, een mensch van zielenadel en inwendige beschaving, met een fijn besnaard gemoed. Persoonlijke eerzucht was hem vreemd. Hij ging zonder omwegen, steeds recht op het doel af. Dat hij, in weerwil van alle tegenwerking, en minder fijngevoelige opmerkingen toch zooals de Opr. Haarl. Crt. 24 Juni 1935 schreef geworden is: ,,Een man wiens verdiensten voor Haarlem van on schatbare waarde zijn gebleken", pleit wel voor zijn tact, persoon, karakter en zelfbeheersching. Tempora mutantur, et nos mutamur in illis Zei „Verrekijker" in 1927: „Hoe het nu is zou ik niet kunnen zeggen, enz." dan mogen we daar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 36