JAN LOUIS ERNST IGNATIUS BREDA KLEYNENBERG (21 December 18548 Augustus 1935) Ik herinner mij nog levendig de eerste ontmoeting met mijn ouden, trouwen vriend Kleynenberg. Het was in den zomer 1924, in het gebouw van de Oprechte Haarlemsche Courant aan de Groote Houtstraat, tegenover de Spekstraat, waar toen ook nog de redactie gehuisvest was. Ik was toen slechts eenige maanden aan de redactie verbonden en tot lid van de hoofdredactie benoemd, onder wijlen Jhr. A. W. G. van Riemsdijk. Ik zie hem nog, op 'n middag, mijn kamer binnen stappen, met den goedigen, zachten glimlach op zijn kalm gelaat, in de eene hand z n stok, in de andere z'n onafscheidelijk, klein, rood-steenen pijpje, waar hij nu en dan eens 'n flinke haal aan deed, en dat hij eenmaal in een gesprek gewikkeld, geregeld eenige malen liet uitgaan. Hij was toen al om en bij de zeventig en had dus al 'n heel leven achter den rug, waar ik mij eigenlijk klaar maakte er een nieuw te beginnen, gewijd aan de belangen van Haarlem s en Neder- land's oudste courant. Hij stapte op mij toe, stak de hand uit en op 'n even jovialen en gemoedelijken toon als z'n heele optreden was, sprak hij, mij de hand drukkend.„Zoo, kerel, ga jij er nu de schouders onder zetten? Wees flink en houd vol met taaien wil, alleen op die manier zal j'er komen, want er is nog

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 40