28
jaargang nr. 11) schreef Dr. L. O. Kersbergen
over zijn overleden mede-bestuurslid o.m. het volgende
Breda Kleynenberg was ook mede-oprichter en
bestuurslid van „Zuigelingenzorg" en van de Vereeni-
ging Kraamverzorging. (Kraambescherming door
kraamverzekering).
Hij nam ook actief deel aan het politieke leven van
zijn tijd. Waar anders kon, in die dagen, een man als
Breda Kleynenberg terecht dan in de liberale partij,
voor wier beginselen hij streed. Hij werd bestuurslid
van de Kiesvereeniging „De Liberale Unie" en was
van 20 Februari 1903 tot 1 December 1916 lid van
den Haarlemschen gemeenteraad. Als raadslid had
hij zitting in tal van commissies, maar ook hier
vinden wij hem vooral terug op die plaatsen waar hij
iets kon doen voor de volksgezondheid. In dien tijd
interesseerde hij zich reeds sterk voor de lichamelijke
opvoeding der jeugd, zoodat hij gekozen werd tot
vice-voorzitter van de afdeeling Haarlem van den
Ned. Bond voor Lichamelijke Opvoeding en tot voor
zitter van de Haarlemsche Tojnbeevereeniging.
Breda Kleynenberg was altijd bereid hulp te bieden
„Wel lag vooral de bestrijding der tuberculose hem steeds
na aan het hart. In geen vergadering ontbrak hij en steeds
steunde hij met zijn groote welsprekendheid de vaak met
groote vermetelheid ontworpen plannen, wist hij hen, die
in den aanvang nog aarzelden, met zijn warm hart, met
den moed zijner overtuiging en zijn heerlijk optimisme voor
de goede zaak te winnen.
Hoe volgde hij met zijn nooit verflauwende belangstelling
al onze pogingen, om ons doel te bereiken, hoe verheugde
hij zich bij de vestiging van onze lighal te Schoten, hoe
juichte hij bij het tot stand komen van onze verhuizing naar
Brederodeduin en hoe straalde hij van voldoening bij het
herdenken van ons 25-jarig bestaanl"