30 Breda Kleynenberg heeft velen geholpen; maar wat hij deed, deed hij in stilte en dat was zijn grootste voldoening. Zoo is hij ook, stil en eenzaam, uit het leven gegaanop een dag in Augustus 1935, werd in eenvoud en stilte, zijn stoffelijk overschot aan den schoot der aarde toevertrouwd. Zijn laatste levensjaren, trouwens, waren vervuld van rust, berusting en bezinning, al bleek uit zijn artikelen, dat hij zich van alles nauwkeurig op de hoogte hield. In het groote wereldgebeuren van onze dagen had hij zijn eigen standpunt, dat hij met haast nog jeugdig vuur verdedigde. Hem was de vrije mee- ningsuiting een groot goed en daarom eerbiedigde hij steeds anderer opvattingen. Dit is wel de scherpste karaktertrek, dien men van hem kan geven: hij was oud geworden in jaren, maar zijn geest was jong en zeldzaam veerkrachtig gebleven. Daarom voelde hij zich vooral tot de jongeren aan getrokken, voor wie hij dan ook, in meer dan één opzicht, heel wat beteekenen kon. De stad Haarlem en de Haarlemsche gemeenschap hebben aan zijn dienende liefde veel te danken. Hierop in de jaarlijksche Kroniek van de Vereeniging ,,Haer- lem" de aandacht te mogen vestigen was voor mij, een van zijn jongere vrienden uit zijn laatste levens periode, een groot voorrecht niet alleen, maar ook een welkome gelegenheid om hem, als laatst vaarwel, van deze plaats dank te zeggen voor de vele blijken van genegenheid, die ik van hem mocht ondervinden. F. Primo.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 48