48 te ondersteunen. De Amsterdamsche heeren, wier plannen onder leiding van Titsingh in andere richting gingen en die meer dan in Doopsgezinden geest lag, grootere weerbaarheid mede omsloten, trachtten met de Haarlemmers tot samenwerking te komen. Een verzoek om in Amsterdam te komen vergaderen werd van de hand gewezen; wel waren de Haarlemmers bereid samen te komen, wanneer elk comité de helft van den weg aflegde. Den lsten December vond de gecombineerde vergadering in Halfweg plaats in het Huis ter Hart, waar onder algemeen goedvinden tot fusie werd besloten. De zetel van het Fonds zou naar Amsterdam worden overgebracht, terwijl de naam ongewijzigd zou blijven. De Haarlemsche heeren verkregen het recht een aantal commissarissen, ten hoogste 9 en tenminste 7, in het bestuur te benoemen. Het Amsterdamsche regle ment werd aangenomen, waarin de rechten der Haar lemsche heeren minutieus werden vastgelegd. De eerste bijdragen beliepen een som van ƒ25.000.— ineens en inschrijvingen ter hoogte van ƒ3.000.jaarlijks. Naast het weduwen- en weezenfonds kwam ook ter sprake de betere opleiding van de zeevarenden. Vanzelf sprekend bestond hiervoor ook in Oost-Indië groote belangstelling en reeds spoedig was hiervoor een bedrag van meer dan ƒ87.000.'- bijeengebracht. Reeds in 1783 werd een gebouw door Amsterdam ter beschikking gesteld en op 24 October 1785 vond de opening der Kweekschool plaats, waar 16 Amster damsche en 10 Haarlemsche commissarissen bij tegen woordig waren. Uit Haarlem waren aanwezig: J. G. Decker, 1 Zie blz. 52 vvg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1935 | | pagina 74