modificatie diende te worden geintroduceertzyn commissarissen onderling
met elkander overeengekomen om aan het een ei\ ander by deezen te voldoen.
De gezamentlyke commissarissen erkennen en bekragtigen derhal ven, niet
alleen de vereeniging, welke op den len December 1781 is geslooten, maar
zy declareeren ook tevens, dat zy met onderlinge bewilliging nader zyn gecon-
venieerd over de conditiën, en voorwaarden, waarop die vereeniging in het
vervolg zal blyven stand houdenbestaande die voorwaarden in de navolgende
I. Dat het gecombineerde Fonds voortaan den naam zal blyven voeren
van 'Het Vaderlandsch Fonds, dienende in 't algemeen ter aanmoediging van
's Lands zeedienst, en in 't byzonder ter ondersteuning van de behoeftige
Weduwen der gesneuvelde Zeevarenden enz. in denzelfden dienst, opgericht
in den Jaare 1781'. Behoudens echter, dat het aan commissarissen^ in de
byzondere steeden vrij gelaten worde, om, desgeraden oordeelende, dien ge-
heelen titul te verkorten, en zich eenvouwdiglyk te bedienen van deeze benaa-
ming 'Het Vaderlandsch Fonds ter aanmoediging van 's Lands zeedienst enz.
opgericht in den Jaare 1781'.
II. Dat, behalven de ondersteuning van de behoeftige weduwen der ge
sneuvelde zeevarenden, en den bedoelden onderstand aan zeelieden, die in
gevecht met den vyand zyn verminkt geworden, ten aanzien van welke by het
voors. reglement bereeds de nodige schikkingen zyn gemaakt, ook als voor-
naame bedoelingen van dit Fonds zullen worden in het oog gehouden.
a. de ondersteuning van huisgezinnen, van ouders en van oude lieden, die
door het verlies van hunne kinderen of kindskinderen in 's Lands zeedienst
ongelukkig zyn geworden.
b. het aankweeken van jonge zeelieden.
c. en eindelijk alles wat het nut van 's Lands zeedienst in het algemeen
bevorderen kan.
Welke bedoelingen weederzydsche commissarissen zullen trachten te be
reiken, zodra en naar maate de gesteldheid van het honds zulks zal toelaaten.
III. Dat, geconsidereerd de korte tyd tusschen de gemaakte vereeniging op
den len en het arresteeren van het geprojecteerde reglement door de vergadering
van de deelnemers, te Amsterdam gehouden op den 3en December 1781, niet
heeft toegelaten de byzondere artikelen van dat reglement ook tot commissa
rissen te Haarlem te extendeeren, overzulks by deezen word verklaard en
vastgesteld
a. Dat alle de ordres, zo ten aanzien van het houden der algemeene ver
gaderingen van deelneemeren, als die van commissarissen zelve, en in t generaal
alle de gemaakte bepaalingen omtrent de admissie van weduwen en verminkten,
van gelyke applicatie zyn op commissarissen te Haarlem, als op die te
Amsterdam.
b. Dat mitsdien ook alle de deelneemers in het byzonder Fonds te Haarlem
bevoegd zyn op die algemeene vergadering binnen Amsterdam te verschynen.
c. Dat de precise dag tot het houden van die algemeene vergadering door
de gezamentlyke commissarissen zal worden bepaald.
d. En dat door, of uit naam van de gezamentlyke commissarissen aan die