Doch dat deert me niet, zoo ik U maar heb, U en de druk
pers. Schrijven en met U leven en voor de rest preeken,
zoo goed en zoo kwaad als het mag, daar kan ik het
best mee stellen. Geen enkel vriend, geen enkel vriendin
onder de 26 of 28000 menschen. Misschien zou het anders
worden, zoo wij getrouwd waren, maar voorshands is het
zooals het is. Ongelukkig maakt het mij niet; ook niet
gelukkig; alleen maar eenzaam en ook vast wel zelfzuchtig
en in ieder geval lusteloos. Lu./it heb ik alleen dan, wanneer
ik de een of andere reden kan bedenken, om eens even
naar U toe te gaan, en alles zou goed wezen, wanneer ik
bij U ben. Zoo ik slechts niet geplaagd werd door de
gedachte, hoe valsch onze positie is en hoe lang welligt zij
nog even valsch zal blijven als thans. Het is maar al te
waar: Krijgen is de kunst." (A. I, 8'90.) Deze brief
(begin Oct. 1859) is de laatst aanwezige van dit jaar,
zoodat niet van den bruidegom te vernemen valt, hoe het
tot een vlugger trouwen kwam, dan de aangehaalde regels
doen verwachten. Want in het Régistre des mariages der
Waalsche kerk alhier staat onder 1859, 13 October:
„Conrad Busken Huet et Anne Dorothée van der Tholl,
après été unis par le contrat civil, ont reQu la benediction
nuptiale par O. J. van Goens, pasteur a Leyde (Toen
dr. Jan ten Brink voor eene biografie over Busken Huet
(zie „Onze Hedendaagsche Letterkundigen") dezen per
brief vroeg, of hi; in 1858 getrouwd was, was het antwoord
(Febr. '86): „Neen, October 1859. Maar, zoo U goed
vriend wenscht te blijven met Mi.evrouw Huet, bepaal U
dan tot deze mededeeling, zonder meer. Mijn vrouw en
ik beschouwen ons huiselijk leven als een heiligdom, waarvan
we Horatius na zeggen: Odi profanum vulgus et arceo
(A. II, 351.) Het jonge paar, geen gastvrijheid van Oom
Huet behoevende, althans niet prefereerende, betrok een
klein huis in de Zijlstraat (5-487; thans no. 63), vanwaar
ze in 1863 verhuisden naar den Kruisweg (6-395 boven,
fha nc 38), om 's zomers te verwisselen met het kluisje
Bellevue, aan het einde van de Kleverlaan te Bloemendaal,
tot ze 15 November '65 „Sorghvliet aan den Bloemen-
daalschen weg tegenover de Beeklaan (thans Busken
Huetlaan) kozen (waar ze wegens vele reparatiën pas
begin December op orde kwamen), ofschoon ze nog niet