„gast buys tyeghen Jan Deyl voers, van dat voers. „afterwesen". In 1530 werd bij uitspraak van het Hof van Holland aan het gasthuis de eigendom toegekend van goederen in Zybekarspel en Benning- broek, die afkomstig waren van de in 1505 in het gesticht overledene Margriet OLFERisdochter x). De bepalingen voor de proveniers werden vaak ook toegepast bij het aannemen van dienstpersoneel. Zoo is daar bijv. Katarijn LuBRECHTSweduwe, die aangenomen is als moeder beneden in het gasthuis, om onder de zieken te dienen voor 10 gulden 's jaars. En ,,ist by alzoo, dat si steref int gasthuis, hoe wat sy ,,dan afterlaet an gelt en(de) ander goet, dat selt „gasthuis houde(n)". Verder lezen wij„Nel PiETERsdr. „onse meyt zei beneden int gasthuys dienen om goeds „wil alsolanghe, als syt doen mach, en(de) heeft „dat gasthuis gegeven XX rijnsgulden an gelde, dair- „voir selmen hair weder geven eten en(de) drincken, „onder en(de) over, en(de) hoir bestede te houden „beneden int huus en(de) cleder en(de) schoen, als „hier vannode wesen sel en(de) dit geschiede int jaer „1470 Ook vervallen ze tot den staat der bedeelden, als ze te oud worden om te werken. Hille- GONT „onse benedenmoer", is aangenomen, om de zieken op te passen; als zij dat niet meer kan doen, moeten de gasthuismeesters haar levenslang onder houden, „ghelijc ander persone(n), die beneden ghe- „provent sijn". Dergelijke overeenkomst is in origineel bewaard uit 1453 2), wanneer de gasthuismeesters Jan MoENENzoon als knecht aannemen voor de kost en 4 Beiersche gulden 's jaars, benevens 2 paar linnen Archief gasthuis, nr. 86. 2) Ibidem, nr. 214.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 100