69
kleederen en 2 paar schoenen. Als hij oud of ziek
wordt „so sullen die gasthuysmeesters dan indertijt
„wesende gheven en(de) hem een bestede doen hebben
„beneden in den huysse onder den siecken", en hem
onderhouden „sonder hem eenige meer loens te ghe-
„ve(n)", terwijl hij hiervoor al vast 40 gouden Wil
helmus schilden moet storten en een akker lands in
den ban van Heemstede overdragen. In 1512 wordt
Griet AELBERTsdr. keukenmeid beneden in het gasthuis.
Zij krijgt als loon 2 hemden en 2 schorten en een
flinke, kloeke meid tot hulp. Als zij in het gasthuis
sterft, vervallen haar bed en toebehooren aan het
gesticht, haar kleinoodiën en kleeren echter aan de
erfgenamen. Sterft zij evenwel als keukenmeid, dan
zal het gasthuis het bed niet hebben. Bedoeld is blijk
baar, dat het gasthuis slechts het bed krijgt, als zij,
niet meer kunnende werken, aldaar als bedeelde
provenierster overlijdt.
Een tusschenpositie bekleedde de provenier Marten
van Camerijck, die in 1531 was aangenomen op voor
waarde, dat hij bepaalde werkzaamheden voor het
gasthuis zou verrichten. Hij had een kamertje boven
bij het mannenhuis en at bij de knechts en meiden aan
tafel. Zijn verplichtingen bestonden uit te „naeyen
„en(de) te lappen als bedden, deeckenen, cussenen,
„gardynen, wollen werck, wtgesondert bedden ende
„deeckenen int pestilenciehuys"Ook werd hij twee
maal per week uitgezonden, om ,,om(m)e te gaen
„mit die bel voer die huysen doer die stede, mit
„hem dragen(de) een sack, om broet in te doen, ende
„wairof goede ond(er)kennisse te doen in handen van
„de gasthuysmeester(en) tot prouffijt van t gast-
„huys". Toen hij dit alles gedurende eenigen tijd
plichtsgetrouw had volbracht, kreeg hij als belooning