81 als onherkenbare puinhoop voor. Het Nieuwe of St. Elisabethsgasthuis moet een groot complex gebouwen zijn geweest, bevattend een kapel, stallen, brouwerij enz., aan de Noordzijde van het tegenwoordige Ver- wuift. Het wordt bij Screvelius x) heel „cierüjk en „aensienlijck" genoemd. Waarschijnlijk heeft hij dezen roem gehoord van oudere tijdgenooten, want zelf was hij eerst 4 jaar oud, toen het afbrandde. De brand echter moet wel een grooten indruk op hem gemaakt hebben, gezien zijn levendige beschrijving (bl. 154): ,,Help Godl wat was daer een verslagentheidt ende ,,ghekerm van oude ende onghevallighe menschen, van „vrouwen ende mannen, die daer sieck te bedde laghen, „of op krucken reden, die staen noch gaen konden, „want sommighe van desen worden op de schouderen „geschort, ende alsoo uytghebrocht, andere op matten „ghedraghen, andere kruypende op der aerden, zijn „alsoo de brandt ontkomen onder 't ghely van Godt". Maatregelen tegen brand ontbraken niet geheel, integendeel er bestond een ordonnantie van Burge- meesteren van 1493 op de brandemmers, vermeld in de registers van inkomsten en uitgaven als volgt: „Int jaer van dusent vierhondert en(de) XCIII so „hebbe(n) die burghermeestere(n) van deser stede „gheraemt en(de) gesloten en(de) dit gasthuys ghecon- „senteert, als dat dit gasthuys sel houden twalef „brandemmers en(de) dat voer alle die huysen, die „dat gasthuys heeft of hier namals vercrighen mach, „also wel voer die huysen, die dat gasthuys te huer „laet gaen, en(de) waer sy oick staen, als voer dit „principael gasthuys, en(de) hier mede sel dit gasthuys „vri wesen van die boeten, des sel dit gasthuys die Harlemias, ed. 1648, bl. 29.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 113