zelfs zonder Sherlock Holmes' methoden, nog wel iets uit te halen, wat voor onzen tijd de moeite van het navertellen waard is, omdat het ons als het nog noodig warel aantoont, hoe onveranderlijk de menschelijke aard is. Het geval, dat hier nader be handeld wordt, ligt geheel in de lijn der geschillen onder bloembollenkweekers, die heden ten dage aan de uitspraken van het Scheidsgerecht voor den Bloem- bollenhandel plegen te worden onderworpen. In „Flora's Bloemwarande" dan wordt in het 3e deeltje, blz. 80, het volgende verhaald. D eeze Camillus had voor deezen aan Livius eenige bloemen verkogt, die den naam van Staaten draagen, en door hem ontfangen, betaald, en derselve voor een klein voordeel aan Marcus Curtius, een Burger van Romen, weder verkogt had, die dezelve op zijn verheevene Akker plantte, en het Jaar daaraan, toen zij begonnen te bloeijen, al te vroeg gewaar wierd, dat het geen Staaten maar Granaaten waaren, en alzo was hij bedrogen in zijn koop; die hierover Livius aansprak, welke hem verklaarde, dat het dezelve Bollen zijn, die hij van Camillus gekogt en ontfangen had. Dit id de dtrafpLaatd voor die geenen, Die zig in Flora'd BLoemwarand Afidgreepen door bedrog met eenen In valdche dtreeken, waardoor t Land Gehaat word, en de dmert der Goon Moet ondergaan met dchand en hoon. Volgens de toelichting in het zooeven genoemde exemplaar van Flora's Bloemwarande wordt met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 117