90
niet wist, op welke wijze hij zijn koopers kon bevredi
gen. Hij zou hem schrijven, dat het een abuis was,
en verzocht Voorhelm, die ook een bolletje gekocht
en weer verkocht had, hetzelfde te doen.
Zij scheiden dus, zonder dat de zaak afgedaan was.
Voorhelm trof bij zijn thuiskomst Haamblok bij zich
aan huis aan en deelde hem mede, wat er besproken was.
Hiermede eindigt het notarieel verhaal over dit
geschil, waarop de deskundigen den eed aflegden, met
uitzondering van Voorhelm als „mennonist".
Over de dramatis personae kan nog het volgende
worden medegedeeld.
Met Gijsbert Verpoorten is het blijkbaar later
minder voorspoedig gegaan. In 1751 woonde hij te
Rotterdam en machtigde toen Pieter Moerbeek om
zijne droge bloembollen in veiling te brengen in de
herberg „De Drie Brabanders" te Haarlem op 21 Sep
tember in den namiddag. Uit de opbrengst moest vóór
alles worden betaald een bedrag van ruim ƒ85.—
als saldo van een schuld aan den bloemist Nicolaas
Huijn, wegens door dezen den 14 October 1739 ge
leverde Hyacintenbollen, en verder de overige credi
teuren worden voldaan.
Simon Voorhelm was de zoon van Pieter Voorhelm,
die de dubbele Hyacinten in 't laatst der 17e eeuw
gewonnen heeft, welke den bollenhandel gedurende een
eeuw geheel beheerschten, en de vader van Joris of
George Voorhelm, wiens Traité de la Jacinthe in
vier talen verscheen.
Behalve Gijsbert Verpoorten, komen Simon Voor
helm, Wouter de Graaff en Nicolaas Huijn voor
op de lijst van leveranciers van Tulpenbollen voor
de tuinen van den Markgraaf van Baden Durlach