landsche Maatschappij der Wetenschappen, de Ver- eeniging tot behoud van Natuurmonumenten in Neder land, de Koninklijke Nederl. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, de Vereeniging voor Armenzorg en Wel dadigheid, de Kweekschool voor de Zeevaart, waar hij vaak voor de kweekelingen lezingen met licht beelden hield over de door hem bezochte landen en de financieele instellingen zooals de Brandverzekering Mij. „Holland van 1859" en de Haarlemsche Hypo theekbank, van al welke lichamen hij president commissaris resp. commissaris was, dat alles had in hooge mate zijn belangstelling. Zijn groote vitaliteit stelde hem in staat zich overal geheel in te werken. Eén ding heeft over den levensavond van dezen levendigen opgewekten man een sterke schaduw ge worpen. Hij heeft zijn geliefde Waterland met de aangrenzende buitens Beeckesteyn en Meervliet, het wonderschoone erfdeel zijner vaderen, om den steeds zwaarderen druk der belastingen moeten verlaten. De wijze waarop hij dit gedaan heeft, en zich heeft weten aan te passen aan de nieuwe levensvoorwaarden, ofschoon dit zoo sterk tegen zijn natuur indruischte, is een van de redenen waarom het mij een vreugde was iets te mogen weergeven van mijn gevoelens voor dezen waarlijk edelen mensch, wiens hoffelijkheid, plichtsbetrachting, warme belangstelling en sterk geloof hem tot een voorbeeld deden zijn voor de jongeren. F. Teding van Berkhout.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 28