ROELF ZUIDEMA
(17 Augustus 185119 April 1937)
Het heeft tot de vreugden van zijn latere levensjaren
behoord, dat mijn oude vriend Zuidema na zijn af
scheid van het leeraarsschap aan de 5-jarige Hoogere
Burgerschool te Haarlem zich met blijvende vitaliteit
eigenlijk tot aan zijn heengaan op 85-jarigen leeftijd
heeft kunnen wijden aan allerlei werk, dat hem
krachtens aanleg en neiging bleef boeien. Geboren te
Nieuw Beerta, waar zijn begaafde vader hoofd eener
school was, onderwijsman van huis uit, toegerust met
de eigenschappen om zijn roeping langs den academi-
schen weg te gaan volgen, zou de jonge Roelf na
het eindexamen H.B.S. te Groningen met de aan
vullende eischen der oude talen hem door zijn broeder
bijgebracht, zich tot de letterkundige studie aan de
Groninger Hoogeschool hebben zien toegelaten, als
het overlijden van zijn vader het niet wenschelijk
had gemaakt, dat de aanstaande student zoo spoedig
mogelijk aan den slag kwam. Zoo behaalde hij binnen
eenige maanden de Hulpacte, in het volgend jaar de
Hoofdacte en in hetzelfde jaar 1875 de Middelbare
acte Nederl. taal- en letterkunde. Inmiddels was
Zuidema, met wederzijdsche voldoening, als gouverneur
in de familie Reddingius te Ten Boer werkzaam,
maar solliciteerde op advies van den Inspecteur Steyn
ParvÉ naar een leeraarsbetrekking aan de H. B. S. te
Hoorn, waar hij 1 Sept. 1876 in functie trad. Geen
3 jaar later werd hij in gelijke betrekking benoemd