23
deed hij hiervoor in persoon archivalische onderzoe
kingen, ook buiten Haarlem. Zoo heeft hij het 6de<
10de deel van genoemd woordenboek (1924'1937)
met ruim 30 Nederlandsche levensbeschrijvingen ver
rijkt, en voor de aanvullingsdeelen, die in de bedoeling
liggen der uitgevers van het met 10 deelen voorloopig
afgesloten werk, had de heer Zuidema reeds verschil
lende biografieën in voorbereiding, o.a. van GlDEON
Busken Huet, wiens moeder nog in het 10de deel
kon worden beschreven. Het bijeenbrengen van ge
gevens voor dit laatste leven is aanleiding geweest
tot de uitvoerige schets, die de heer Zuidema in het
Jaarboek 1935 onzer Vereeniging Haerlem tot zijn
levendige voldoening zag opgenomen: De vrouw
van Busken Huet.
In zijn apart hoekje op de Stads Bibliotheek is de
heer Zuidema jaren lang als vriend der Bibliotheek,
een bekende figuur geweest, dien men gaarne steeds
ter wille was. Bij het afscheid van den vorigen direc
teur in 1934 had hij de fijngevoelde attentie, om de
fraai bewerkte oude gangbank (uit oud familiebezit
van mevrouw Zuidema), die sinds 1921 gastrecht
genoot ter Bibliotheek, thans in eigendom aan te
bieden aan deze instelling. Vergezeld van zijne echt-
genoote sprak hij bij die gelegenheid in dichtregelen o.a.
Van mijn oprechte, innig-hechte erkentelijkheid
Voor nooit volprezen, weergalooze hulpvaardigheid,
Door mij jaar-uit, jaar-in, van week aan week
Genoten op de Stads Bibliotheek
(In 't onvergeetlijk hoekje
Met foliant en boekje)
Van U, vriend-directeur en heel
Uw mij bevriend ambts-personeel,
Getuig' op d' oude plaats na mij nog jaren langk
Mijn oude wel besneden eikenhouten bank.