26 Een treffend bewijs hiervan is de knappe copie, die hij schilderde naar het schilderij ,,de Steengroeve" van den schilder Abr. Jansz. Begeyn in het Maurits- huis. Een samenwonen met Th. Zilcken bracht hem tot de etskunst. Hij maakte o. a. een serie van twaalf etsen met als onderwerp de trekvaart van Den Haag naar Delft, vóór dat deze ten behoeve van de vaartverbetering belangrijke wijzigingen onderging en daarmede merk waardige bouwwerken kwamen te vervallen. Deze serie, waarbij Johan Gram een beschrijvende tekst leverde, werd tot een blijvend geheel verzameld door de uitgave in 1892 bij de firma Mouton in den "Haag. Na zijn huwelijk met Mejuffrouw B. E. Jongbloed vestigde Koster zich te Haarlem. Uit dit huwelijk werden twee zoons en een dochter geboren. Somtijds werkzaam te 's Heerenberg, ook eenige jaren met zijn gezin woonachtig te Gaanderen bij Ter Borg, stammen uit dien tijd de penteekeningen naar kasteelen, oude steden en landschappen, welke men aantreft in oude afleveringen van Elsevier's Maandschrift, met begeleidenden tekst van Mr. E. van Thol Meiren. Penteekeningen van het eiland Walcheren en van de steden Middelburg en Vlissingen volgden, ingeleid door F. Nagtglas. In 1906 vestigde Koster zich weer te Haarlem, waar de schilderijen der bloembollenvelden ontstonden, waar bij hij er naar streefde de eentonigheid der uitgestrekte velden te vermijden en hij die punten koos waar de bloem zelf als decoratief onderdeel van een schilder achtige natuurpartij het beste uitkwam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1937 | | pagina 44